Democratie

De VS heeft de neiging om democratie over de wereld te verspreiden, al ware het een religie. Maar mag VS wel over een democratie spreken als bijna de helft van de bevolking niet voor zijn staatshoofd heeft gekozen?

Immers werd de laatste verkiezing nipt gewonnen door Bush. Aan de andere kant, is ons meerpartijenstelsel een “betere” vorm van democratie? Er is meer keus, maar tegelijkertijd meer consensus. En hoe zit het met de geschiedenis van de democratie? Hoe is deze ontstaan en aan welke voorwaarden moet een samenleving voldoen om een democratie kans van slagen te bieden?

Boeken

Victor Lamme: De vrije wil bestaat niet

Hopelijk hebben jullie allemaal het boek

gelezen, maar als dat niet zo is dan kunnen jullie ongetwijfeld meepraten over de volgende stellingen/vragen:

Voor de mensen die het boek wel gelezen hebben: zijn jullie het eens met de conclusie van de schrijver: De vrije wil bestaat niet?
Een vrije wil impliceert een ‘ik’. Wat is die ‘ik’, waar zit ie? Is het niet zo dat ‘ik’ eigenlijk overal zit en dat je daarom dus ook niet kan zeggen dat de vrije wil bestaat, omdat bijvoorbeeld de ik die in bed wil blijven liggen al iets anders wil dan de ik die op wil staan en geld wil gaan verdienen? (ik noem maar een dilemma).
Worden we eigenlijk niet allemaal beheerst en gestuurd door ons gevoel? (gevoelens van liefde, begeerte, afkeer etc.). Kan je je gevoel (leren) beheersen?
Als we ervan uitgaan dat de vrije wil niet bestaat, welke consequenties heeft dat dan voor hoe we naar (het gedrag van) onszelf en anderen kijken? Kan je dan eigenlijk überhaupt nog wel oordelen over wat je zelf doet of wat anderen doen? Maar kunnen we er eigenlijk wat aan doen dat we wel oordelen?


Herman Koch: Het Diner

Stellingen naar aanleiding van het boek “Het diner” van Herman Koch:

Normen en waarden binnen het gezin zijn allemaal leuk en aardig. Maar waar het echt om gaat is het beeld dat de omgeving van jouw gezin

heeft. Dat is belangrijker dan eventuele normen en waarden.
Goed opvoeden is het beschermen van je kinderen voor de “boze” buitenwereld; niet hen straffen of normen en waarden bijbrengen.
Zwervers passen zich zo slecht aan de samenleving aan dat ze erom vragen slecht behandeld te worden.
Dat iemand met een litteken een politieke carrière kan vergeten, zegt wel genoeg. Ook daar gaat het om vorm en niet om inhoud.

 


Kay Pollak: Kiezen voor geluk

Over het onderwerp self-fulfilling prophecy alvast het volgende:

Ik geloof daar sterk in, maar als ik er over doordenk kom ik voor mezelf tot de conclusie dat dat impliceert dat je dus heel veel invloed hebt op hoe de dingen in je leven lopen. Oftewel: als dingen niet goed lopen is het dus je eigen schuld? Dat vind ik eigenlijk een heel deprimerende gedachte. En dan kom ik vanzelf op de vraag hoe maakbaar is het leven eigenlijk? En als het dan zo maakbaar is waarom lukt het ons dan niet om het beter te maken?

Het idee van maakbaarheid, is dat een westers idee? Waar komt dat idee eigenlijk vandaan? Hebben we wel zoveel invloed op ons leven of is dat eigenlijk een illusie?
Bestaat er zoiets als het lot? Welke consequenties heeft het idee van maakbaarheid?

Ik heb over dit onderwerp een boek gelezen dat heet: Kiezen voor geluk van Kay Pollak. Beetje simpel geschreven maar wel interessant.
Eckhart Tolle: De kracht van het Nu

Ons denken creeert elke situatie zoals wij die ervaren. De conditionering van het denken. Zodra we dat doorhebben hoeven we alleen te observeren en is het enkel en alleen het komen en gaan van situaties en ervaringen. Net zoals het komen en gaan van regen en zonneschijn.

Dit onderwerp raakt het hedendaagse trendgevoelige: De kracht van het Nu. Misschien dat mensen in de groep hier al over hebben gelezen, misschien willen ze dat vooraf doen. Het onderwerp gaat niet over het boek op zich, maar in dat boek worden er ook zienswijzen geprojecteerd die raken aan bovenstaand onderwerp.
Irvin D. Yalom: Tegen de zon in kijken


Paulo Coelho: De Alchemist

Ik ben gescheiden en alleenstaand en zoals meer van jullie zit ik op een datingsite en daar viel mij het volgende op. Heel veel vrouwen die ik leuk vind en waar ik op “doorklik” blijken “De Alchemist” van Paulo Coelho als favoriete boek te hebben. Omdat het vrijwel allemaal duidelijk spirituele vrouwen zijn, trek ik de al dan niet terechte conclusie dat dit boek een soort handboek moet zijn voor de spirituele vrouw.

Vooruitlopend op het boek (ik heb het nog niet gelezen, maar ga dat snel doen), gooi ik alvast een paar uitdagende stellingen op tafel:

Het is onbegrijpelijk dat De Alchemist voor veel spirituele vrouwen een soort handboek is
De boodschap van de Alchemist is simpel en kan ik zelf ook wel bedenken
Vrouwen zijn veel zweveriger dan mannen
Er is niets mis met zweverig
Mannen zijn te nuchter voor dit soort boeken
Hoe ongelukkiger en kwetsbaarder mensen zijn, hoe meer ze zich aangetrokken zullen voelen door spiritualiteit (en dat zijn veelal vrouwen)
Spiritualiteit is maar een vaag begripBestaat toeval?


Frans de Waal – Our inner ape

Frans de Waal (1948) is een primatoloog. In zijn boek Our inner Ape laat hij zien hoe moreel gerelateerd gedrag, wat wij kenmerkend vinden voor mensen, terug te vinden is bij andere primaten. Hij doet dit aan de hand van vele leuke anekdotes, zoals deze:

It’s hard to get a good look at a newborn ape, which is really no more than a little dark blob against a mother’s dark tummy. But I was eager to see Lolita’s baby which had been born the day before. I called her out of the group and pointed at her belly. Lolita looked up at me, sat down, and took the infant’s right hand in her right hand and its left hard in her left hand. This sounds simple, but given that the baby was clinging to her, she had to cross their arms to do so. The movement resembled that of people crossing their arms when grapping a T-shirt by its hems in order to take it off. She then slowly lifted the baby into the air while turning it around on its axis, unfolding it in front of me. Suspended from its mother’s hands, the baby now faced me instead of her. After the baby made a few grimaces and whimpers -infants hate losing touch with a warm belly- Lolita quickly tucked it back into her lap.

With this elegant little motion Lolita demonstrated that she realized I would find the face of her newborn more interesting than its back. To take someone else’s perspective represents a huge leap in social evolution. Our golden rule – “Do unto others as you would have them do unto you” – asks us to put on someone else’s shoes. (p. 169)

Sarah Brosnan and I tested fairness in a simple game. If one gives a capuchin a small pebble, then holds up something more appealing, such as a slice of cucumber, it grasps quickly that it needs to hand back the pebble to get the food. Capuchins have no trouble learning this game, since they naturally give and receive. Once they knew how to exchange pebbles for food, Sarah and I introduced inequity.

We placed two monkeys side by side, exchanging with both of them twenty-five times in a row, first with one, then the other, and so on. If both received cucumber, this was called equity. In this situation, the monkeys exchanged all the time, happily eating the food. But if we gave one of them grapes while keeping the other on cucumber, things took an unexpected turn. This was called inequity. Our monkeys’ food preferences perfectly match the prices in the supermarket, so grapes are among the best rewards. Upon noticing their partners’ salary raise, monkeys who had been perfectly willing to work for cucumber suddenly went on strike. Not only did they perform reluctantly but they got agitated, hurling the pebbles and sometimes even the cucumber slices out of the test chamber. A food they normally never refuse had become less than desirable: it had become disgusting! (p. 207)

Hij wil illustreren dat moraliteit een evolutionair product is. Of, in zijn eigen woorden:

If we are essentially apes, as I would argue, or at least descended from apes, as every biologist would argue, we are born with a gamut of tendencies from the basest to the noblest. Far from being a figment (something made up or contrived, kc) of the imagination, our morality is a product of the same selection process that shaped our competitive and aggressive side. (p. 237)

Hoe ver willen we mee gaan met de conclusies van Frans de Waal? Hierbij een aantal inleidende vraagstellingen:

Als moraliteit geen evolutionair product is, waar komt het dan vandaan? Je kan van te voren niet voorspellen hoe evolutie uitpakt. In die zin in evolutie willekeurig. Als moraliteit een evolutionair product is, is moraliteit dan ook willekeurig? Betekent dat dat er geen absoluut goed en absoluut kwaad is?
Als hetzelfde gedrag te vinden is bij mensen en dieren, is de bron van dit gedrag dan bij beide dezelfde? Of komt het bij dieren voort uit het een (instinct) en bij de mens uit iets anders (moraliteit)? Is dit geloofwaardig?

Wat is kennis?

bron: G.J.E. Rutten, http://www.gjerutten.nl/

Achtergrond vraag: wat is kennis?

Wat is kennis? Deze vraag houdt de filosofie al bezig sinds de antieke tijd. Veel filosofen hebben sindsdien een definitie van het begrip kennis proberen te ontwikkelen. Een traditionele conceptie van kennis die nog altijd door veel filosofen wordt aangehangen betreft de ‘justified true belief’ opvatting van kennis.

Traditionele kennisopvatting

  1. Een subject S kent propositie P dan en slechts dan als a. S een rechtvaardiging heeft voor P b. P waar is c. S gelooft dat P waar is
  2. Kennis is ‘justified true belief’ (JTB)

Drie problemen voor de JTB definitie

  1. Het Gettier probleem
  2. Het loterij probleem
  3. Het probleem van het scepticisme

1) Het Gettier probleem
Stel dat subject S even verderop op een heuvel een sterk op een schaap lijkende rots ziet en daardoor gelooft dat er op die heuvel een schaap staat. Neem ook aan dat er vlak achter genoemd rotsblok op die heuvel echt een schaap staat. Dit schaap is voor subject S echter niet zichtbaar. S neemt slechts de sterk op een schaap lijkende rots waar die hij vervolgens ten onrechte voor een schaap aanziet. In dit geval is aan alle traditionele condities voor het bezitten van kennis voldaan. S geloof dat er op genoemde heuvel een schaap staat is waar en bovendien bezit S een voldoende rechtvaardiging voor dit geloof. Toch vergist S zich. S ziet een rotsblok voor een schaap aan. Het is daarom onaanvaardbaar om kennis aan S toe te schrijven van het feit dat er op de heuvel een schaap staat. De traditionele opvatting van kennis voldoet hier niet omdat hier ten onrechte kennis aan S toegeschreven wordt terwijl toch aan alle drie genoemde condities wordt voldaan.

2) Het loterij probleem
Stel dat S meedoet aan een eerlijke grootschalige loterij waarbij maar één winnend lot zal worden getrokken uit vele miljoenen loten. Neem bovendien aan dat de trekking heeft plaatsgevonden en dat het lot van S niet het winnende lot is, maar dat S dit nog niet uit de krant heb vernomen. Stel bovendien dat S gelooft dat hij de loterij niet zal winnen. Aan alle traditionele condities voor het bezitten van kennis is dus voldaan. Het geloof van S dat hij of zij de loterij verliest is waar en voldoende gerechtvaardigd. S beschikt immers over een sterk waarschijnlijkheids- argument. De kans dat juist het lot van S het winnende lot zal zijn is gegeven het enorm grote aantal loten extreem klein. Toch is het onmiskenbaar zo dat S niet weet dat hij of zij de loterij verloren heeft. De kennis dat S de loterij verliest bezit S pas zodra S in de krant heeft vernomen dat zijn of haar lot niet het winnende lot is. Uit de traditionele kennisopvatting volgt dus ten onrechte dat S weet dat hij of zij de loterij verliest. De traditionele opvatting voldoet hier niet.

3) Het probleem van het scepticisme
Kennis van een propositie P is gebaseerd op bewijsmateriaal voor P. Het bewijsmateriaal voor P elimineert echter nooit alle mogelijkheden waarvoor niet-P geldt. Voor elke denkbare propositie P zijn er altijd, desnoods zeer vergezochte en onwaarschijnlijke, mogelijkheden denkbaar die niet door het bewijsmateriaal worden geëlimineerd en waarvoor P niet geldt. Ons bewijsmateriaal kan dus nooit alle niet-P mogelijkheden uitsluiten. Hieruit volgt dat we nimmer met zekerheid kunnen vaststellen of een propositie P waar is. De traditionele kennisopvatting stelt kennis echter gelijk aan ‘gerechtvaardigd waar geloof’. Dit betekent dus dat we nimmer met zekerheid kunnen weten of we kennis van P hebben. Uitgaande van de traditionele kennisopvatting weten we als mens dus helemaal niet wat we weten. Wij kennen onze eigen kennis niet. Kennis is echter pas kennis zodra wij ook kunnen vaststellen dat we haar bezitten. Feilbare kennis is anders gezegd geen kennis. De traditionele opvatting is dus inadequaat. Zij ontkomt niet aan een eroderend scepticisme